Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Bongaerts

betekenis & definitie

Bongaerts - l° Hendrik, priestermissionaris der Congr. van Scheut, martelaar. * 22 Oct. 1874 te Tongerloo (Belg. Limburg), † Dec. 1901 te Sia ing tze.

Naar Z.W. Mongolië in Sept. 1899. Ten gevolge der bokservervolgingen, samen met p. Van Merhaeghe, in de residentie overvallen 13 Dec. 1901 en voor dood achtergelaten. Bezweek enkele dagen nadien aan zijn wonden.

Allossery.

2° Max Charles Emile, Kath. oudminister van Waterstaat. * 9 Jan. 1875 te Roermond. Van 1925—’26 was B. minister, daarvóór hoofdingenieur-directeur van den Waterstaat. Van 1913—'23 en sinds 1929 lid van de Tweede Kamer; verder lid van den Mijnraad, van de Zuiderzee-commissie, van de Staatscommissie voor de Waterstaatswetgeving, enz. B. heeft ook in verzoenenden zin invloed op de onderhandelingen over het tractaat met België.