Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Blokstelsel

betekenis & definitie

Blokstelsel - 1° onderdeel van het seinwezen bij den spoorweg. Het dient tot verzekering der veiligheid bij een drukken treinenloop; men beoogt daarmee te voorkomen, dat een trein tot eenig baanvak, „blok” genoemd, toegelaten wordt vóórdat de voorafgaande trein dit blok verlaten heeft.

Bij enkel spoor geldt dit verlaten voor treinen in beide richtingen. Tusschen twee stations wordt de spoorweg in een aantal blokken verdeeld. Op de grens van elk blok is een blokpost geplaatst, waarin een electrisch bloktoestel en waarbij een seinpaal (bloksein), welke bediend worden door een blokwachter. Alleen bij veiligen stand van dit bloksein mag een trein voorbijrijden.

Zoodra de trein dien post voorbijgereden is, zet de wachter het sein op onveilig en wordt dit door een electrisch slot gesloten. Hij kan nu geen trein meer in zijn blok laten komen zoolang de volgende wachter dat slot niet ontsloten heeft, hetgeen automatisch geschiedt als deze laatste wachter, nadat de trein zijn post voorbijgereden is en hij zijn sein op onveilig gesteld heeft, dit met het electr. slot sluit. Hier heeft men met „normaal vrij blok” te doen. Bij een blokstelsel met „normaal gesloten blok” moet de wachter, met behulp van den electrischen blokwekker, eerst den volgenden wachter vragen zijn slot te ontsluiten.

In Amerika wordt reeds geruimen tijd een zelfwerkend blokstelsel toegepast; sinds 1928 ook op enkele baanvakken der Ned. Spoorwegen. Hier worden de blokseinen automatisch door de treinen bewogen.

Nabij een zelfwerkenden blokseinpaal bevindt zich een telephoon, met behulp waarvan, bijv. bij blokstoring, de conducteur van den trein zich in verbinding kan stellen met de ter weerszijden gelegen stations of bewaakte blokposten. E. van Berckel.

2° Een in de mil. bouwkunde gebruikelijke term ter aanduiding van de wijze van indeeling van een kazemegebouw, waarbij (in tegenstelling met volgens het corridorstelsel ingerichte gebouwen) geen gangen voorkomen. Bij toepassing van dit stelsel in kazernes voor > massalegering worden talrijke portalen en trappen aangetroffen, zooals op de schematische plattegrondteekening van een kazerne volgens het door Vauban ontworpen type is aangegeven.

L i t. : H. W. Venker, Overzicht van de Militaire Bouwkunde. Marlet.

< >