Binchois - Gilles (E g i d i u s), was in 1426 kapelzanger aan het hof van Bourgondië, waar hij in dienst bleef tot aan zijn dood. rond 1400 te Binche (Henegouwen), of wellicht te Bergen, ♱ te Rijsel in 1460. Hij behoorde tot de geestelijkheid en was kanunnik.
Naar Tinctoris’ getuigenis moeten B., Dufay en J. Dunstable voor de grootste componisten aangezien worden van de eerste helft der 16e eeuw. Hij heeft vooral het lied beoefend. Op zijn grooten tijdgenoot Dufay heeft hij vóór een meer verfijnd gevoel in de kleinere genres als rondeel en ballade. Van hem zijn bewaard een vijftigtal wereldlijke en een tiental geestelijke liederen en ongeveer 20 mis-fragmenten. Herdrukken door II. Riemann (1892), Stainer (Dufay and his contemporaries 1888), en in de Denkmaler der Musik in Oesterreich (VII, XI, LXI).
L i t.: Ch. van den Borren, Guillaume Dufay, son importance dans 1’évolution de la musique au XVe siècle (1926); J. Stainer, o.c. Lenaerts.