Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-02-2024

Beheeren

betekenis & definitie

(Ned. en Belg. Recht), staat tegenover beschikken.

In de algemeene bevoegdheid, dien den eigenaar ten aanzien van zijn eigen vermogen pleegt toe te komen, kan men onderscheid maken tusschen zijn bevoegdheid tot beheeren van, en zijn bevoegdheid tot beschikken over zijn vermogen. Beheeren is te omschrijven als het verrichten van handelingen, die enkel het behoud en het vruchtbaar maken van een zaak of vermogen ten doel hebben. Een scherpe grens tusschen beheeren en beschikken is moeilijk te trekken. Buiten twijfel zijn daden van beschikking bijv.: vervreemding en bezwaring van onroerend goed, schenking en verpanding van roerende goederen. Een daad van beheer daarentegen is even zeker het soliede beleggen van jaarlijksche overgespaarde gelden, die door uitloting van obligaties of door andere schuldaflossingen zijn vrijgekomen. Evenwel, met die beleggingen komt men alras op een gebied, waar de grens tusschen beheeren en beschikken moeilijk te trekken valt.

Speculatieve beleggingen bijv. zijn zeker eerder als daden van beschikking, dan als daden van beheer te beschouwen. Maar het is niet mogelijk om objectief uit te maken, hoe soliede de belegging wel moet zijn om nog een „beheersdaad” te mogen heeten. Ook van verkoopen van roerende goederen zal niet in het algemeen te zeggen zijn, of het beschikkings- dan wel beheersdaden zijn: het verkoopen van een versleten automobiel zal bijv. een beheersdaad zijn, maar de verkoop van een kostbaar schilderij zal als een daad van beschikking moeten gelden. Intusschen levert deze vage afgrenzing van beheer en beschikking voor de practijk natuurlijk geen enkel bezwaar op, zoolang maar dezelfde persoon zoowel tot beschikking als tot beheer over een bepaald vermogen bevoegd is, en dit is tenslotte het normale geval. Moeilijkheden zouden eerst kunnen rijzen, wanneer iemand het beheer over anderer goederen is opgedragen, met uitsluiting evenwel van het recht om over dezelve te beschikken. Zoo heeft bijv. de voogd het beheer van de goederen van zijn pupil, de curator het beheer over de goederen van den curandus, de man het beheer over de goederen zijner vrouw.

Bedoelde moeilijkheden heeft de wetgever echter in een zekere mate kunnen ondervangen, of wel door het begrip „beheer” tamelijk ruim op te vatten, maar dan ook den beheerder aansprakelijk te stellen voor alle verzuimen in zijn beheer (op deze wijze is het beheer van den man over de eigen goederen zijner vrouw geregeld), of wel door nauwkeurig voor te schrijven tot welke beheersdaden de beheerder bevoegd is en hoe hij zich van zijn taak moet kwijten (dit systeem is gevolgd ten aanzien van voogd en curator). In het algemeen zij nog opgemerkt, dat de wetgever in zijn terminologie de onderscheiding tusschen beheeren en beschikken niet streng doorvoert, zoodat men vaak uit het verband moet opmaken, welk der twee begrippen hij op het oog heeft.Kluyskens/Stoop.