1.Eng. architect, *23 Mei 1795 te Londen, + 12 Mei 1860 aldaar. Leerling van Middleton en Bailey, maakte hij groote studiereizen en bouwde hij na zijn terugkeer in 1820 de St.
Peterskerk te Brighton, de Travellersclub (1832) en andere gebouwen te Londen, in Renaissance-stijl. Zijn hoofdwerk is het Parlementsgebouw te Londen, dat hij op grond van een prijsvraag, waarbij de Gotische stijl was voorgeschreven, met Welby Pugin te bouwen kreeg (1840—1852).Lit.: Paul Sédille, L’architecture moderne en Angleterre (Parijs 1890, 31 vlg.).
2° Charles, architect te Londen, zoon van den voorgaande; 1823, f 1872; medewerker van R.R. Banks, met wien hij o.a. het front van Burlington House en tal van kerken en woonhuizen ontwierp.
3° Edward Middleton, architect, derde zoon van Sir Ch. B., * 7 Juni 1830,+ 27 Jan. 1880 te Londen. Leerling van zijn vader, na wiens dood hij het parlementsgebouw te Londen voltooide. Bouwde verder in Renaissance-stijl de Grammar School te Leeds, het Covent Garden Theater (1859—’60), de hotels van het Charing Cross-station en de National Gallery te Londen en tal van andere openbare gebouwen in Engeland.
4° Marie Jeanne Bécu, gravin du. natuurlijke dochter van Anna Bécu; * 1743; kwam te Parijs in een verdachte modezaak, waar zij de aandacht trok van den Zuid-Franschen edelman Jean du Barry, die haar in 1769 in de omgeving van koning Lodewijk XV bracht en haar tegelijk een schijnhuwelijk deed sluiten met zijn broeder Guillaume du Barry, om aan deze laatste bijzit van Lodewijk XV een naam en een titel te bezorgen. Invloed op de staatkunde zocht zij niet, doch de koning heeft schatten gelds aan haar verspild in een tijd van grooten economischen nood. Bij ’s konings dood (1774) van het hof verwijderd, reisde zij in 1792 naar Engeland, werd bij haar terugkomst gevangen genomen en geguillotineerd (1793) door het Schrikbewind.
L i t.: Vatel, Histoire de Mme. du Barry (3 dln. 1883); Saint-André, Mme. du Barry d’après les documents authentiques (1908); Fromageot, Mme. Dubarry de 1791 à 1793 (1909); Castanié, Royales amours d’une petite modiste (1913).
v. Gorkom.
5° William, Katholiek Engelsch geestelijke, geleerde en schrijver. *1849 te Londen, + 1930 als pastoor te Leamington. Stud. te Oscott en te Rome; prof. in de philosophie te Birmingham (1873—’77), in de theologie te Oscott (1877—’80); daarna in de zielzorg en in 1908 pastoor.
Werken. Romans: The New Antigone (1887); The Two Standards (1898); Arden Massiter (1900); The Wizard’s Knot (1901); The Dayspring (1903). Wetenschappelijke werken: vele tijdschriftartikelen, en verder The Papal Monarchy (1902); Newman (1904); Heralds of Revolt (1904); Renan (1905); Tradition of Scripture (1906).