Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Bargoensch

betekenis & definitie

Bargoensch - is een geheimtaal, die gesproken wordt door zwervers in woonwagens, of gewezen zwervers, die bovendien door de streektaal van den spreker een speciale dialectische kleur heeft, en waarvan de geheime elementen bepaald worden door de sociale omstandigheden van den spreker.

Op grond van invloed van vreemde talen: Fransch, Zigeunersch, Joodsch en van het gebruik van het suffix erik, is het in verschillende groepen te verdeelen.

Bargoensch:

I. Zuidelijk B.: A) Westelijk deel en B) Oostelijk deel;

II. Noordelijk B.: C) Westelijk deel en D) Oostelijk deel;

A) omvat in België: W. en O. Vlaanderen en Antwerpen. In Nederland: N. Brabant, in het O. tot de Peel, in het N. tot de groote rivieren. Kenmerken: geen Joodsche invloed (in N. Brabant is die invloed gering). Weinig Zigeunersch. Fransch element is sterk. Veel -erik vorming.
B) omvat in België: de Kempen. In Nederland: Brabant ten O. van de Peel, Limburg. Nijmegen is het grensgebied tusschen B) en D). Kenmerken: de Joodsche invloed stijgt tot 15% van het aantal geheime woorden.

Het aantal Zigeunerwoorden is gering, stijgt echter in het N. gebied dezer afdeeling. Het Fransche element ontbreekt. Het aantal -erik afleidingen is gering.

C) omvat: N. en Z. Holland en West-Utrecht. De geheime taal der groote steden is dieventaal. Kenmerken: veel Joodsche woorden, hun aantal stijgt tot 25%. Het aantal Zigeunerwoorden is gering. Het Fransche element ontbreekt. Het aantal -erik afleidingen is gering; ze komen alleen voor bij woorden ontleend aan groep A).
D) omvat: O. Veluwe, Achterhoek, Overijsel, Drente, Groningen en waarsch. Friesland (is nog niet onderzocht). Kenmerken: veel Joodsche woorden; tot 43% stijgt hun aantal. Sterk Zigeunerelement. Geen Fransche woorden. Het aantal -erik afleidingen is gering.

De etymologie van het woord Bargoensch is onzeker.

Lit.: dr. Jac. v. Ginneken S.J., Handb. der Ned. Taal (II); De sociologische structuur (1914); dr. J. G. M. Moormaan, De Geheimtalen (1932, 36-61).

Moormann.

< >