Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Baant

betekenis & definitie

Baant - gemeente in het N.O. van de prov. Utrecht, aan de spoorlijn Amsterdam—Amersfoort, door een locaaltrein met Utrecht verbonden, bestaande uit het dorp B., Hooge en Lage Vuursche, Eembrug en Soestdijk.

Een van de mooiste plaatsen van ons land, ,,de mooie kamer van het Gooi”, gelegen op de grens van de hoogere zandgronden met hun bosschen en de lagere streken langs de Eem (watersport). In B. wonen veel forensen, men leeft er vrijwel uitsluitend van het vreemdelingenverkeer. Als merkwaardigheid van B. moet genoemd worden het Cantonpark, dat dienst doet als Hortus Botanicus van de Utrechtsche universiteit; verder de Baarnsche bosschen; vooral die van het domein Soestdijk, eigendom van de koningin-moeder. In de buurt van de Lage Vuursche vindt men koepelgraven, dateerend van ca. 900 voor Chr., en grafheuvels uit den tijd van de Saksen. Baarn zelf kreeg ± 1350 stadsrechten (St.

Nicolaas als patroonheilige van de Kath. kerk herinnert nog aan het wapen). In 1481 werd de plaats verwoest door de Hollanders. Sinds dien tijd beteekende de stad niets meer, totdat in 1874 de spoorwegverbinding met Amsterdam nieuw leven bracht. Zoo heeft B. momenteel ± 12 000 inwoners (waarvan ± 2 000 Kath.), een bekend lyceum en verschillende lagere scholen, waarvan twee Kath. Akveld.

< >