Archont - (Zie Gr. archoon = bestuurder), in het algemeen: ambtenaar; in het bijzonder: de hoogste ambtenaar in Athene. Reeds onder het koningschap werd het archontaat ingesteld om de macht van den koning te beperken. Bij de afschaffing van het koningschap (683 v. Chr.) kregen negen archonten de leiding van den Atheenschen staat. Aanvankelijk werden de a. alleen uit de eupatriden (edelen) voor hun leven gekozen, later ook uit de tweede en derde vermogensklasse.
De archonten bekleedden eerst hun ambt levenslang; de ambtsduur werd tien jaar, ten slotte één jaar (683 v. Chr.). Na afloop van hun ambtsjaar werden de a. lid van den Areopagus. Aan het hoofd van het college der negen archonten stond de a. eponymus, naar wien het jaar genoemd werd; verder telde het college: den basileus, den polemarch en zes thesmotheten. Toon Athene zijn zelfstandigheid verloor, en ook later onder de Romeinen, bleef het college der a., ook thesmothetai genoemd, bestaan. In de Atheensche kleruchiën (koloniën) was ongeveer eenzelfde staatsregeling als in Athene. Zoo vinden we een a. eponymus vermeld op Scyrus, Imbrus, Samos en Salamis. Davids