Staatsman. * 4 Nov. 1758 te Maastricht, ♱ 25 Oct. 1831 te Aken.
M. was voor de Fr. Revolutie lid van den magistraat te Maastricht en Luiksch burgemeester dier stad. Na de inlijving volksvertegenwoordiger te Parijs voor het dept. der Nedermaas. Na 1814 was M. lid en voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, president-burgemeester van Maastricht, lid van den Raad van Staten, gouverneur van Antwerpen en lid van de Eerste Kamer. De Maastrichtsche zegswijze „da’s sterk, zag (— zei) Membrede” zouden diens eigen woorden geweest zijn, toen hij als lid van den Raad van Vijfhonderd moest vluchten bij Bonaparte’s staatsgreep van 1799.