Ital. schrijver. * 31 Dec. 1863 te Senigallia. Verwerkt in zijn romans steeds het conflict tusschen twee uitersten: de ideëele wereld tegenover de reëele, klein burgerlijke; liefde voor de natuur en het patriarchaal gezinsleven tegenover zucht naar avonturen; conflict geloof tegen ongeloof. Doch hij behandelt dit alles met een ironischen glimlach op de lippen. Langzamerhand krijgt de vrouw de overhand in zijn boeken; zij moet de oplossing der problemen brengen.
P.’s romans houden geen rekening met Kath. moraal.Voorn. werken: Io cerco moglie (1920); II padrone sono me (1922; Ned. vert. : De baas ben ik); Lyrische reisverhalen : La lanterna di Diogene ; Viaggio con la giovane ebrea (zijn beste boek, het knapst van stijl; 1935). Verder vele bloemlezingen en letterk. handboeken. Lit.: G. Papini, Ritratti italiani (1932) ; G. Prezzolini, Amici (1922).