paus van 1655—1667, familienaam Kabio Chigi, * te Siena. Als nuntius te Keulen (1639—’51) ook hoofd der Hollandsche missie en vertegenwoordiger van den paus bij de onderhandelingen, die tot vrede van Westfalen voerden (1648).
Waakt over leer en belangen der Kerk, veroordeelt aantal lakse moraalstellingen (1665/66, z. Denzinger nr. 1101—45), eischt eed op formulier tegen Jansenius, plaatst Lettres Provinciales van Pascal op Index, grijpt in in strijd tusschen Jezuïeten en andere missionarissen (zie Aanpassingsstrijd), doch is gedwongen (berooving van Avignon en Venaissin) politiek nadeelige concessies te doen aan de overmoedige eischen van Lod. XIV (Verdr. van Pisa 1664). Heeft veel gedaan voor bevordering van kunst (colonnades van St. Pieter); zelf ook dichter. Stelt teleur in zoover ook hij nog aan nepotisme toegaf.L i t.: Pastor, Gosch, d. Päpste XIV (1929).
Gorris.