1° een meer in het N.O. grensgebied van Belg. Kongo, ten N. van het Roew'enzorigebergte; 620 m boven den zeespiegel; opp. 5600 km2; ontvangt de Semlikirivier ten Z.; de Witte Nijl (Bahrel Jebel), ten N., dient als afvoergeul; het meer is van tectonischen oorsprong (zie Belg.
Kongo, algemeen). V. Asbroeck.
2° Apostolische Prefectuur, Missionarissen van Afrika, Witte Paters. Op de Noord-Oostelijke grens van Belg. Kongo, aan het Albert Meer. Opp. ongeveer 45000 km2. Bevolking: ca. 450000 z. van zeer verschillende rassen en talen (Logward, Balendoe, Aloer, enz.). Maakte langen tijd deel uit van ’t ap. vic. Oeganda. 21 Juni 1922 werd de
ap. prefectuur opgericht, met mgr. Matthysen als ap. prefect.
Eerste stichtingen: Kilo-O.L.Vrouw (1911); MahagivandePut-Ste Maria (1912); Moedzi-Maria-O.L.Yr. van Genade (1912). Bloeiende christenheid met zeven missieposten, 20139 christenen en 19 657 catechumenen (1932). Klein-seminarie en normaalschool (Kilo); missiegasthuis, met Europ. dokter (Fataki); postulaat voor Inlandsche kloosterzusters (Mahagi).
De Witte Paters worden bijgestaan door de Broeders Maristen (school voor zonen van hoofden te Bunyor); Witte Zusters (Moedzi-Maria en Mahagi); Zusters der Moederlijke Liefde (Moederheil, te Kilo) en Zusters van Maria van Ingelmunster (gasthuis te Fataki).
Vanneste.