Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-01-2024

Abkoude

betekenis & definitie

eertijds Abekewoude, wijzend op vroegeren houtrijkdom. Rustig plaatsje aan de spoorlijn Amsterdam—Utrecht, op ± 12 km van A’dam.

Het dorp maakt in het N. deel uit van de gem. Abkoude— Proostdij (waartoe ook behoren de buurtschappen Vinkebuurt, Stokkelaarsbrug en Waver); in het Z. van de gem. Abkoude—Baambrugge. De eerste met 1641 inw. (1 Jan. ’32) is voor bijna de helft R.K., de laatste (1447 inw.) voor bijna 3/4 Prot. Middelen van bestaan: veeteelt; twee zuivelfabrieken, geen andere industrie. Door Abkoudermeer, Angstel en Gein is A. een ideaal oord voor watersport. De gem. bezit één parochiekerk; tot 1853 behoorde A. tot de aartspriesterschap Holland, sindsdien tot het aartsbisdom Utrecht. Akveld.

< >