Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

PALMZONDAG

betekenis & definitie

heet in de Romeinse liturgie de Zondag vóór Pasen vanwege de palmwijding en palmprocessie ter gedachtenis aan de glorieuze intocht van Christus in Jerusalem. Oorspronkelijk werd de Palmzondag in de Romeinse liturgie Passiezondag genoemd, omdat met deze Zondag de grote Lijdensweek werd ingezet en onder de H.

Mis het passieverhaal werd gelezen. In Jerusalem ging men reeds in de 4de eeuw op de plaatsen waar Christus geleefd en geleden had zeer plastisch de heilsfeiten uit Christus' leven herdenken.

Het Westen nam dit gebruik van het H. Land over.

De palmen die men in de processie meedroeg werden van tevoren gewijd (bij ons meestal takjes van de buksboom) en aan de gelovigen uitgedeeld. Op vele plaatsen werd in de processie een zgn. palmezel meegevoerd, een houten ezel waarop Christus (meestal ook uit hout gesneden, soms voorgesteld door een priester of evangelieboek) gezeten was.

In de 11de-12de eeuw werd de palmprocessie ook in Rome ingevoerd en kreeg in de 13de eeuw de vorm die nu nog in gebruik is. De herdenking van de glorieuze intocht van Christus als de Messias-Koning wordt echter in haar vreugde getemperd door het sterke bewustzijn dat deze intocht tevens de intrede in het smartelijk lijden betekende.

Bij de nieuwe liturgische orde voor de Goede Week van 1955 wordt de rite van de palmwijding vereenvoudigd en krijgt de palmprocessie meer nadruk. De Misliturgie is uitsluitend aan het lijden gewijd.

Op sommige plaatsen bestaat het gebruik van de zgn.

Palmpaas.

Kinderen trekken rond met stokken waarop een vogel (van brood) en vaak ook een krakeling bevestigd is. Veelal worden aan de stok ook vruchten (sinaasappelen, vijgen e.d.) gehangen.

Het schijnt een verkleinde Meiboom te zijn. Als zodanig heeft hij geen relatie met Palmzondag of met een kerkelijk feest.

Wellicht is het een vegetatieritus aan het begin der lente. L.

B.