Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

EXORCISME

betekenis & definitie

(Lat.: exorcismus, afgeleid van het Gr. exorkizein, zweren, bezweren) is een technische term voor het bezweren of uitbannen van boze geesten. Het Christendom gelooft in het bestaan van boze geesten en in de bezetenheid.

Dat deze laatste juist tijdens Jesus’ aardse omwandeling zo sterk optrad, is verklaarbaar uit het feit, dat Jesus’ optreden een crisis voor de satan was. De Evangeliën vermelden ons talloze malen hoe Jesus’ een exorcisme uitsprak (bijv.

Marc. 1 : 23-28), maar leren ons bovendien, dat Jesus ook zijn leerlingen daartoe de macht gaf (Matth. 10 : 1) en hun kracht over de boze geesten voorspelde (Marc. 16 : 17). De verdere literatuur van het N.T. bewijst hoe apostelen en leerlingen deze kracht bezaten.

Toen eind 2de eeuw het catechumenaat te Rome georganiseerd werd, nam het exorcisme, uitgesproken door de bisschop, die door priesters werd bijgestaan, daarbij een voorname plaats in. Rond het midden der 3de eeuw treft men het exorcistaat als een rang onder de clerus aan en ook nu nog is het exorcistaat de derde van de zgn. lagere wijdingen.

De wijdeling krijgt daarbij de macht om de liturgische duivelbezweringen te doen, maar tegenwoordig mag het zgn. grote exorcisme (Rituale Romanum, Tit. XI) alleen gedaan worden door een priester, die daartoe het uitdrukkelijk verlof van zijn bisschop heeft. j. v. D.

< >