Gewoonlijk verstaat men onder catechismus een min of meer uitgebreid leerboek dat, meestal in de vorm' van korte vragen en antwoorden, de voornaamste punten van geloof en zeden en de gewone gebeden bevat, ten dienste van hen die in de godsdienst worden onderwezen. Zij zijn in zwang sinds de 16de eeuw.
Vooral de Hervorming maakte in het begin van catechismussen een ruim gebruik; Luther gaf in 1529 zijn Catechismus uit, die ruim verspreid werd, terwijl aan gereformeerde zijde vooral de Heidelbergse Catechismus, die in 1563 door de Heidelbergse hoogleraren Ursinus en Ölevianus werd samengesteld, in de Nederlandse vertaling van P. Datheen nog steeds in Nederland gebruikt wordt.
Hij vormt een der drie formulieren van Enigheid. Wel waren toen al katholieke godsdienstboekjes in omloop, maar de eerste catechismus van katholieke zijde, die een wijde verspreiding vond, was de drievoudige (grote, kleine en kleinste) van Petrus Canisius S.J. (1555-1558).
Deze heeft in vele streken, ook in Nederland, lange tijd als de catechismus voor R.K. gegolden. In de Romaanse landen werd vooral de catechismus van Robertus Bellarminus bekend, die — zij het gewijzigd — tot heden in gebruik is.
Beroemd is verder de Mechelse catechismus, in 1609 verschenen van de hand van Lodewijk Makeblijde S.J. en door G. de Pretere in 1623 vernieuwd. Op deze waren de officiële Nederlandse catechismussen, die na het herstel der kerkelijke hiërarchie werden ingevoerd en in 1910 geünificeerd, kennelijk nog mede geïnspireerd.
Sinds 1948 is voor de Ned. kerkprovincie een vooral naar rangschikking der inhouden sterk vernieuwde catechismus voorgeschreven, terwijl in België in 1946 een nieuwe eenheidscatechismus voor alle bisdommen verscheen. Op het Vaticaans Concilie (1870) werd het voorstel gedaan om tot een eenheidscatechismus voor heel de katholieke wereld te komen, maar terecht bracht men er tegen in, dat verschil van mentaliteit en cultuur een al te strakke uniformiteit moeilijk toelaat.
Een poging in die richting, de Catechismus catholicus van kardinaal Pietro Gasparri (1929), vond weinig bijval.
Van andere aard dan de voorgaande is de zgn.
Catechismus Romanus, in 1566 verschenen als late vrucht van het Concilie van Trente. Deze, een waar en bekwaam samengesteld compendium der R.K. theologie, was in de eerste plaats voor de pastoors en andere zielzorgers bestemd als handleiding bij het preken en het godsdienstonderricht.
Rondom catechismus (-onderricht) zijn vele vragen hangende; enerzijds moet de catechismus een korte samenvatting zijn van de leer der Kerk, zoals iedere Katholiek die behoort te kennen, anderzijds wordt de catechismus-kwestie steeds meer bezien als een „onderwijs”-kwestie in die zin, dat meer en meer aandacht wordt besteed aan eisen van didactische en paedagogische aard, van aanpassing aan het kinderlijk publiek, waarvoor hij als „schoolboek’' bestemd is, waarbij ook het bijzondere karakter van de inhoud (geheimen, die het leven raken) steeds in het oog gehouden dient te worden, en een al te eenzijdig cerebrale en daardoor niet aansprekende behandeling vermeden moet worden (zie Godsdienstonderricht). G.
D. G./J.
C. G.