in Syrië, brandpunt van hellenistische cultuur, is een der eerste steden buiten Palestina, waar het Evangelie ingang gevonden heeft onder de heidenen en zich een christelijke gemeente gevormd heeft (Hand. 11 : 19 vv.). De gelovigen werden daar voor het eerst Christenen genoemd.
Van daar uit hebben Paulus en zijn medewerkers hun zendingsreizen ondernomen naar Klein-Azië en Griekenland. De vragen rond de verhouding tussen het Evangelie ,,uit de Joden” en de hellenistische cultuur zijn daar het eerst acuut geworden (vgl. bijv.
Hand. 15, Gal. 2 : 11). Na de apostolische tijd laat zich het eerst te Antiochië de aanwezigheid constateren van één bisschop als vertegenwoordiger des Heren in de gemeente, nl. in de brieven van Ignatius, die als bisschop van Antiochië ca. 110 te Rome als martelaar stierf.
Deze bisschopszetel, gevestigd op de grens van de Syrische en Griekse wereld, ontwikkelde zich tot een patriarchaat, waartoe in de 4de eeuw 15 provincies behoorden en ongeveer 220 bisschoppen (zie ook Antiocheense School).