Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

alruin

betekenis & definitie

(al'ruin) v. (-en; -tje) [msch. al -f Got. runa, geheimenis, alle geheimen kennend] Eig. I. 1.

Oudh. vrouw die, in de geheimen der hogere wezens ingewijd, de toekomst voorspelde.2. Tgw. wortel van een Zuideuropese plant, waarin, volgens het volksgeloof, een heilaanbrengende huisgeest (aardmannetje) woonde.
- II. Metn. [van I 2] die plant met donkergroene bladeren, sterke geur en bedwelmende kracht (Mandragora officinalis).

III. Metf. [van I 1] Germ. Myt. waarzegster, tovenares die geheime kunsten verstaat.

alruinmannetje (al'ruin) o. (-s). alruinwortel m. (-s).

< >