een kwalitatieve en kwantitatieve methode waarbij enerzijds het menselijk element van een tekst wordt bepaald aan de hand van het gebruik van onpersoonlijke, vreemde of abstracte woorden (human interest score) en anderzijds via steekproeven het leesgemak van een tekst wordt gemeten door de bepaling van het gemiddeld aantal woorden per zin en het gemiddeld aantal lettergrepen per woord. De formule van Rudolf Flesch (1949), bijgesteld door W. H. Douma (1960) luidt: 206,84 — 0,77 x woordlengte — 0,93 x zinslengte.
Andere metingen: Brouwer, Langer en de Cloze-procedure.