a. val, een subst. gevormd van het futurum van het Hebreeuws werkwoord voor vallen, Hebreeuws tieppol, gij zult vallen, zij zal vallen;
b. loop, wandeling, een hele tippel; in de laatste betekenis overgegaan in de Nederlandse volkstaal.
Gepubliceerd op 03-10-2022
betekenis & definitie
a. val, een subst. gevormd van het futurum van het Hebreeuws werkwoord voor vallen, Hebreeuws tieppol, gij zult vallen, zij zal vallen;
b. loop, wandeling, een hele tippel; in de laatste betekenis overgegaan in de Nederlandse volkstaal.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: