didjegong: 1 in ’t midden (bak-, schuitvormig) uitgehold;
2 gewestelijk voorzien v plantsleuven (suikerriet-aanplant);
djegong(-an)
1 kuil, uitholling;
2 kuil, ruim (in het bijzonder van Jav schip);
3 gewestelijk plantsleuf; zie ook djeglong