in rang het eerste Dorp van de Friesche Grietenij Haskerland, in het Kwartier de Zevenwouden, niet verre van het aanzienlijk Dorp de Jouwer, ’t welk, eertijds, van Westermeer slegts eene uitbuurt was, doch, even als eene dogter haare moeder, hetzelve al lang boven het hoofd is gewassen. Men vindt ’er naamelijk slegts een gering aantal Huizen; dit niettegenstaande brengt het, in de zaaken der Grietenije, nog veertig Stemmen uit; ’t welk, in het voorbijgaan, van deszelfs alouden bloei, geen onaanneetneiijk bewijs uitlevert.
De Legenden der bijgeloovige tijden beuzelen, dat weleer, te Westermeer, zou gewoond hebben, een befaamd Kluizenaar, DOEDE of DODO VAN HASCHA genaamd; een man, wien de naam van zonderlinge heiligheid naaging, en die om zijne wonderwerken zeer vermaard was. Onder andere zou hij, verhaalt men, een mensch, die geheel van zijn verstand beroofd en over zijn gantsche lichaam verlamd was, door het aanraaken van een Mariabeeld, geneezen hebben. Volgens het getuigenis van SCHOTANUS, zou hier, weleer, een oud Kasteel van het nog heden bekende Geslagt van LYKLAMA, gelegen hebben, Lijklama Steins geheeten.
