eene Heerlijkheid in Zeeland, op het Eiland Zuidbeveland, vereenigd met die van Schore, ter haarer plaatze in ons Woordenboek, Deel XXVI, vermeld. Vlake, grooter dan de andere, bevat achttienhonderd zevenëndertig Gemeten en ongeveer tweehonderd zevenënzestig Roeden Lands. Voor omtrent vijftig jaaren, telde men ‘er tweeënvijftig Huizen. Vlake, zo wel als Schore, heeft zijne eigen Kerk, doch de Dorpsregeering is gemeen.
Als eene bijzonderheid wegens Vlake vinden wij aangetekend, dat men, van ouds, aan den Wand der Kerke afgebeeld zag een Duivel, houdende eene Pen in de hand, en met Papier en Inktkoker voor zich, als zittende te schrijven. Nevens hem las men deeze woorden in ‘t kwaad Latijn: Fragmina verborum Tuevulus colligit horum; te kennen geevende, dat de Duivel de misslagen der woorden, alhier gesproken, opteekende, om ze vervolgens voor God in het oordeel te brengen. Doch, meer dan honderd jaaren geleeden, heeft men dit Schilderij doen wegneemen, en het hout door den Koster verbranden.
Zie SMALLEGANGE, Kronijk van Zeeland.