Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

VELZEN (Dorp)

betekenis & definitie

eene Ambagtsheerlijkheid en Dorp, in het gedeelte van Holland, het Baljuwschap van Brederode genaamd, tusschen de Stad Haarlem en de Stede Beverwijk. Volgens zommigen zoude van deeze landstreeke, reeds voor negen, honderd of duizend jaaren, in de schriften van dien tijd, onder de benaaming van Felisa, gewag gemaakt worden. Voorts zou Velzen de plaats zijn, in den aanvang der Achtste Eeuwe Welzereburg genaamd, alwaar de vermaarde Geloofszendeling WILLIBRORD, ten dien tijde, in eigen persoon, eene Kerk hadt ingewijd.

Volgens de echtste opgaven, bevat het Ambagt weinig minder dan vijftienhonderdvijftig Morgens gronds. Het getal der Huizen zal op bijkans tweehonderd uitkoomen. Van hooge oudheid draagt de Kerk van Velzen de kennelijkste blijken; een groot gedeelte daar van legt in puinhoopen. Velzen is vermaard door het smaaklijk boomooft, welks aankweeking en vertier aan de meeste ingezeetenen een bestaan geeft. Het Huis te Velzen was hier, van ouds, zeer vermaard, doch, wat deszelfs oorspronklijke gedaante aangaat, reeds voor lang verdweenen. De menigte van zeer aanzienlijke Hofsteden, meestal behoorende aan de doorluchtigste Amsterdamsche Geslagten, maakt den omtrek van dit Dorp tot een der bekoorlijkste oorden, welke men ergens aantreft.

< >