Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 09-12-2022

Oterleek

betekenis & definitie

OTERLEEK, een Ambagt en Dorp, in het Baljuwschap van de Nieuwburgen, tusschen de Schermer en de Huigenwaard, beslaande iets minder dan tweehonderd eenëntwintig Morgens Lands, meestal moerassigen grond. Het getal der Huizen wordt begroot op eenenveertig. Het Dorp heeft een klein Kerkje, en een vierkantig Torentje, met een achtkantig Spitsje gedekt.

< >