JAN HARING, GEBOOrtig van Hoorn, overwaardig, van wegen zijn stout bestaan, bij de nakoomelingschap gedagt te worden. Hij diende op een der Schepen, welke, in den Jaare 1573, den vermaarden Zeeslag hielden tegen den Spanjaard BOSSU, IN WELKen deeze, door de Staatschen, overwonnen en gevangen wierdt genomen.
Naadat het gevegt een gedeelte van eenen dag en den geheelen daar op volgenden nacht had geduurd, hadt HARING DE KOENheid, om in de morgenschemering over te springen in het Schip van BOSSU, VOORTs langs de touwen om hoog te klimmen, en de Admiraalsvlag van den top van den Mast te rukken. Gelukkig slaagde hij tot zo verre in dit bedrijf, dat hij reeds na beneden klom, om den middel bewonden met dit zegeteken, wanneer hem een vijandige kogel dermaate trof, dat hij dood nederkwam.