eene Edele State in Friesland, ten Noorden van 't Dorp Hempens, in de Grietenij van Leeuwaarderadeel, behoorende aan het Geslacht van dien naam, sedert de XIV Eeuw in Friesland bekend , en ’t welk voornaame mannen heeft voortgebracht. Het Geslachtregister daarvan, door den Heer BURMANIA opgesteld, begint tusschen de jaaren 1300 en 1400; het bevat negen Generatien, waarvan de laatste manlijke oir schijnt gestorven te zijn tegen het einde van de voorgaande Eeuwe.
Zij onthielden zig, meest te Dronrijp, alwaar zij een adelijk Huis, Glins genaamt, bezaten. Naderhand voerde het den naam van ’t Blaauwe Huis, en is overgegaan aan ’t Geslacht van GLINSTRA.HARING GLINS hadt in Huwelijk ANNA ALBADA, Weduwe van DOUWE DOUMA. Hij hadt drie kinderen, van welke de twee zoonen vroeg gestorven zijn; de dochter JEL, trouwde met JAN VAN BURMANIA. HARING had verscheiden broeders en zusters, onder andere eenen LAAS.
