een dappere Zeeuw, die, na meermaalen zijn leven voor het Vaderland gewaagd te hebben, eindelijk, als Kapitein onder ‘t Esquader van den Luitenant-Admiraal KORNELIS EVERTSEN, in den bloedigen Zeeslag, Ao. 1666, tegen de Engelschen, op het bed van eer gestorven is.
Zie BRANDT, Leven van de Ruiter, bl. 475 en 496. ANTONIDES, Gedichten, bl. 235.