was Hoogleeraar in de Rechten, op de Academie van Groningen. Hij heeft verscheiden Werken nagelaaten. Zijne bekende Verhandeling, getijteld La Morale des Peres de l’Eglise, toont zijne overgroote beleezenheid in de Schriften der Kerkvaderen, en tevens zijne kleine verbeelding van het gezond verstand dier Mannen.
Wijders heeft hij der geleerde Waereld geen kleinen dienst gedaan met zijne Fransche Vertaaling van het Werk van H. DE GROOT, over 't Regt van Oorlog en Vrede, en van PUFFENDORFF, over 't Regt der Natuur en der Volken.
