Beide worden meest als bijwoord gebruikt met de beteekenis van vrij, openhartig, ongedwongen, bij werkwoorden, die schuld belijden of iets moeilijks zeggen te kennen geven. In de beteekenis is in dezen geen verschil.
Zie ook bij oprecht. Eenigszins anders is het gesteld, wanneer beide woorden niet in dergelijke zinsverbinding voor¬komen of tegenover elkander gesteld worden. Men denkt dan bij ridderlijk aan de edelmoedigheid en eerlijke openhartigheid, die den goeden ridder eigen moesten zijn, bij ruiterlijk meer aan het ruwe maar ronde dat den ouden ruiter kenmerkte.