Duchten is denken of vermoeden dat er iets onaangenaams zal geschieden, vreezen is het gevoelen van de onaangename gewaarwording, die naderend kwaad of gevaar bij ons opwekt, of het krijgen van een gevoel van beklemming en onmacht als men zich tegenover een machtiger bevindt. De veldheer duchtte eene hinderlaag.
Oldenbarneveldt vreesde zijn rechters niet. Vrees den Heer.