Wat niet scherp is, maar vooral wat zijne scherpte verloren heeft. Bot wordt meer van de snede, stomp meer van de punt gezegd.
Een botte schaar. Een stompe degen. Figuurlijk heeft bot de beteekenis van niet snugger, dom, in één woord het tegenovergestelde van snedig; stomp die van vermoeid van geest, versuft. Hij is een bot mensch (een botterik). Ik heb mij daar stomp op gedacht. Ik zeide het hem botweg, d. i. ik wond er geen doekjes om.