Een voorwerp van waarde tot zekerheid stellen voor de teruggave eener geleende som, of voor het nakomen eener verbintenis. Bij beleenen heeft men meer op het oog het feit dat men geld te leen krijgt door een onderpand te geven, bij verpanden, dat meest ge¬bruikt wordt van onroerende zaken, heett men meer op het oog het stellen van een pand.
Men beleent effekten, men verpandt zijn horloge. In figuur¬lijken zin kan alleen verpanden gebezigd worden. Zijn woord, zijn eer, zijn leven verpanden.