Gepubliceerd op 28-04-2019

Bedroevend — deerlijk — jammerlijk

betekenis & definitie

Alle drie woorden geven te kennen, dat een toestand van dien aard is, dat hij leed veroorzaakt en medelijden gaande maakt. Jammerlijk is sterker dan bedroevend; het slaat op den treurigen toestand van den lijder; bedroevend op den indruk, dien de daad of toestand op den toeschouwer maakt; deerlijk is eigenlijk dat¬gene wat deert of hindert.

Deerlijk komt meestal als bijwoord voor en beteekent dan in zeer hooge mate. Ik heb mij deerlijk in hem bedrogen. Hij heeft mij deerlijk beet gehad. Dat kind heeft zich deerlijk gebrand. Dat dronkenmansgevecht was een bedroevend tooneel. Het geharrewar van staalkundige partijen, die slechts door bekrompen zelfzucht werden geleid, levert voor hem, die het met zijn land wel meent, een jammerlijk schouw¬spel op. Aan de beteekenis dezer woorden sluit zich nauw aan die van deerniswaardig, beklagenswaardig, enz. zie Aldaar.