Alle drie woorden drukken iets uit, dat men aan de natuur ontleent, in tegenstelling van hetgeen aan tijd en omstandigheden te danken is. Aange¬boren , waarvoor ook nog hier en daar ingeboren in gebruik is, kan alleen van menschen en dieren gezegd worden, ingeschapen is op al het geschapene toepasselijk.
Aangeschapen, thans weinig meer in gebruik, is beperkt tot de uiterlijke eigenschappen, ingeschapen wordt alleen gebezigd van de innerlijke krachten en hoedanigheden. De bulten zijn den kameel aange¬schapen. De aantrekkingskracht is der stof ingeschapen.
´t Is den mensch als aangeboren, Dat hij ietwat heeft verkoren'.