Misschien is meer dan de helft van de bezoekers op Internet te typeren als 'tourist': iemand die op afstand andere computers bezoekt, simpelweg om er een beetje op rond te neuzen, een programmaatje te downloaden, een luchtige 'chat' te hebben met iemand anders of wat dan ook. Alles onder het motto 'vrijheid, blijheid en onschuldigheid'.
De 'tourist' is overigens wel wat actiever dan de 'lurker' (die kijkt alleen maar en daar blijft het bij).
De harde kern onder de 'netizens' haat toeristen: ze weten nergens iets van en ze hebben de mazzel dat ze voldoende geld hebben om een computer te kopen en hebben toevallig een vriend die de toegang tot Internet kan verzorgen. Dit is een opeenstapeling van twee rampen. Onwetendheid heeft ineens vrije toegang tot kennis (en weet er niets zinnigs mee te doen). De professionals klagen er weliswaar over, maar zouden beter moeten weten. Internet is een 'bottom-up' fenomeen, waar ballotage of censuur per definitie verbannen zijn: dat is de kracht en de charme en dan moet je niet gaan zitten zeuren dat sommige groepen mensen geweerd moeten worden. Internet is er voor iedereen, ook voor de 'tourist'.
