De uitgegraven hoop aarde vertoont geen diepe geul (vgl. dassenburcht). Rond de ingang hangt meestal een scherpe roofdiergeur. In de omgeving van het hol vindt men vaak veren, botten en andere resten van prooidieren. ∅ van de ingang ca. 20-30 cm. Het hol bestaat uit een woonketel, verschillende uitgangen en een gedeeltelijk vertakt gangenstelsel. In bossen, tamelijk dicht struikgewas, meestal langs akkers en weilanden.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk