(orde Collembola) Antennen meestal met 4 leden. Onderzijde van het eerste segment voorzien van een uitstulpbare blaas (= ventrale tubulus). Achterlijf dikwijls voorzien van springvork. Grijs, bruin of witachtig. 0.4-0.6 mm. Maken sprongen door de springvork naar beneden te klappen. Belangrijk voor de ventilatie van de bodem. In humus, minerale bodem, tussen mos.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk