(geslacht Araneus, familie Wielspinnen) 8 ogen in een karakteristieke rangschikking. Witachtig, bruin, zwart; verschillend getekend; ten dele met lichte, kruisvormige vlekken.
5-20 m.Jonge dieren zweven in de herfst m.b.v. zelf gesponnen draden over grote afstanden: herfstdraden (dit komt ook bij andere spinnen voor). Het wielvormige web bevindt zich tussen planten of langs gebouwen.