(geslacht Bombus) Achterpoten verbreed tot verzamelpoten (zie honingbij). Gehele lichaam sterk behaard. Radiaalcel van de voorvleugels ongeveer 3 x zo lang als breed (zie honingbij) en aangrenzend daaraan 3 ongeveer even grote cellen. 10-30 mm. Nestelen in ondergrondse holletjes. Staten klein en eenjarig. Bezoeken vooral bloemen met lange bloembuizen, zgn. hommelbloemen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
