(Cervus plaphus) ♂ draagt een krachtig stangengewei (tot 14 enden), dat in februari wordt afgeworpen. Zomerkleed roodbruin, winterkleed bruingrijs. Alleen het jeugdkleed is gevlekt. LL 180-250 cm (160-220 kg), ♀ kleiner en minder zwaar. Grootste inheemse hertesoort. Neemt graag modderbaden (zoelen). Meestal voorkomend in roedels. Bronstroep van ♂ is een luid burlen (sept./okt.). In mei/juni worden 1-2 jongen geworpen. In tamelijk uitgestrekte bossen, in het gebergte tot aan de boomgrens.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk