Inheemse dieren

Gedigitaliseerd Ensie (1950)

Gepubliceerd op 15-02-2023

De Jachtwet

betekenis & definitie

In de Jachtwet duikt herhaaldelijk de term 'schadelijk wild' op. Hieronder verstaat men: houtduiven, zwarte kraaien, kauwen, Vlaamse gaaien, eksters, konijnen, vossen, verwilderde katten, eekhoorns, bunzings, hermelijnen en wezels. De jacht op deze diersoorten is het hele jaar geopend, met uitzondering van de jacht op eekhoorns, waarop gedurende de periode van 1 februari tot 1 augustus niet mag worden gejaagd. Dit wil echter geenszins zeggen dat genoemde diersoorten voor iedereen vogelvrij zijn verklaard. Het bezit van een officiële jachtakte is ook hier vereist. De Jachtwet onderscheidt:

'Grofwild'; edelherten, damherten, reeën, moeflons en wilde zwijnen;

'Klein wild': hazen, fazanten, korhoenders, gewone patrijzen en houtsnippen;

'Waterwild': alle soorten ganzen en eenden, goudplevieren, watersnippen,

poelsnippen, bokjes en meerkoeten;

'Overig wild': de onder schadelijk wild genoemde soorten plus boommarters, steenmarters, dassen, otters en zeehonden. Op deze soorten is echter tegenwoordig de jacht niet meer toegestaan. De marterachtigen, dassen, otters en zeehonden zijn streng beschermd.

In artikel 20 van de Jachtwet zijn de openings- en sluitingstijden van de jacht geregeld. Voor ieder type wild bestaat een zekere zgn. schoontijd, waarin niet gejaagd mag worden. Sinds juli 1972 gelden voor heel Nederland de volgende tijdvakken waarin de jacht geoorloofd is:

Voor grofwild

Wilde zwijnen, evers en zeugen: van 1 augustus t/m 31 januari.

Reeën, edelherten, moeflons en damherten: jacht het gehele jaar gesloten. Faunabeheer geeft speciale afschotvergunningen uit.

Reebokken: van 1 juni t/m 30 september.

Reegeiten en kalveren: van 1 januari t/m 15 maart.

Voor klein wild

Patrijzen: van 1 september t/m 31 december.

Fazantehanen: van 15 oktober t/m 31 januari.

Fazantehennen: van 15 oktober t/m 31 december.

Houtsnippen: van 15 oktober t/m 31 januari.

Hazen: van 15 oktober t/m 31 december.

Voor waterwild

Grauwe ganzen, kolganzen, rietganzen: van 1 september t/m 31 januari, uitsluitend van een half uur vóór zonsopgang tot 10.00 u v.m.

Wilde eenden: van 24 juli t/m 31 januari.

Slobeenden en talingen: van 18 augustus t/m 31 januari.

Alle overige soorten eenden, met uitzondering van bergeenden, eidereenden, krooneenden, zwarte zeeëenden, bruine of grote zeeëenden, brilzeeëenden, zaagbekken (waaronder nonnetjes), ijseenden, witkopeenden, witoogeenden en brilduikers: van 1 september t/m 31 januari.

Watersnippen, poelsnippen en bokjes: van 18 augustus t/m 31 januari. Goudplevieren: van 1 november t/m 31 december.

Meerkoeten: van 18 augustus t/m 31 januari.

Overig wild

Dus: houtduiven, zwarte kraaien, kauwen, Vlaamse gaaien, eksters, konijnen, vossen, verwilderde katten, bunzings, hermelijnen en wezels: hele jaar geopend.

< >