(suborde Aphidina) Antennen duidelijk langer dan de kop. uit 4 leden bestaand. Poten slank. Achterlijf meestal voorzien van twee buisjes. Groen- of bruinachtig of zwart. 1 -4 mm. Veroorzaken vaak gallen, kroezen of verbleken van bladeren. De buisjes (siphonen) scheiden een kleverige vloeistof af tegen vijanden. 'Honingdauw' uitgescheiden via de anus. 's Zomers vaak alleen gevleugelde (verspreiding!) of ongevleugelde die zich parthenogenetisch voortplanten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
