Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

zelfklever

betekenis & definitie

Sticker.

Alleen voor Clubs belangen steekt het spaarvarkentje op de tapkast de roze snuit vooruit. Op een zelfklever min of meer komt het echt niet aan, Knack 18/4/1973, p. 83.

Dit origineel initiatief verkoopt zakjes met bloemenzaad, zelfklevers, kaarsen, wenskaarten, Vrouw en Wereld juli/aug. 1974, p. 26.

Zelfklevers., dat zijn zo van die plakdingen die je nergens meer af krijgt en waar sommige grote mensen een grondige hekel aan hebben, Bond 28/1/1977.

Sinds enkele weken zijn de bewoners van Groot-Charleroi verplicht een zelfklever ter waarde van 8 fr. op elke zak met huisvuil te plakken. Wanneer de sticker ontbreekt, moeten de ophalers de zak gewoon op de stoep laten staan, Gazet v. Antw. 15/9/1977.

Pakketjes met de drie zelfklevers van Vakantiegenoegens, Info mei 1978, p. 23.

< >