Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

vertoning

betekenis & definitie

Opvoering (van een toneelstuk); voorstelling (van een toneelstuk, film e.d.); optreden (van een volksdansgroep e.d.).

Voor verleden Zondag waren ze afgesproken. De vertooning van een plezierig spel in den Nederlandschen Schouwburg! WACHTERS 1946, 89.

Salvatore lacht al zijn tanden bloot, het gehele personeel is aangetreden en groet. De avond is als een droom voorbijgevlogen maar de vertoning zal onvergankelijk in het gemoed van alle toeschouwers naleven, v. D. VELDE 1964, 99.

Op vrijdag 10 december 1976 hebben we ons tweede stuk in de reeks ACV-KNS vertoningen, Volksmacht 3/12/1976, p. 18.

Een 50-tal jongeren brengen er uiteraard alleen Vlaamse dansen tijdens de 12 voorziene vertoningen. Ze krijgen dan een beurtoptreden van een kwartier, Gazet v. Antw. 22/7/1977.

De schepen specifieerde ook nog even het gemiddeld bezoekerstal per vertoning in de KVO, Gazet v. Antw. 3/6/1978.

Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: schouwspel, veelal met de gedachte aan grappigheid, vermakelijkheid: wat een (grappige) vertoning; ook in pejor. bet.: veel vertoning maken, door uiterlijke schijn indruk trachten te maken.

Sam.: avondvertoning, avondvoorstelling (Een lichte aanpassing van onze prijzen voor de avondvertoningen was noodzakelijk, Feestprogramma Rumstse Volksfeesten 1976, p. 3);

- dagvertoning (Gent 18/8/1976, p. 9);
- filmvertoning, filmvoorstelling (Deze man of vrouw is zeer belangrijk bij elke filmvertoning. Hij vangt de kinderen op bij het binnen komen, vraagt hen om hulp bij de kassa, is verantwoordelijk voor de orde in de zaal, Bond 5/11/1976, p. 1);
- nachtvertoning (zie ald.).

< >