Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

versteken

betekenis & definitie

(Iem., iets) verbergen, verstoppen, bep.: een onderduikadres bezorgen; ook wederk.; gewest, ook: (iem.) verstoten.

«Die ontmoet ik toch alle dagen, edele heeren. Neemt me niet kwalijk, ik moet even de schuurdeur sluiten.» - «Hebt ge hen daar wellicht verstoken, oude brombeer?» VANDEN MAELDERE 1946, 62.

Dat zij zich zou versteken, als met neiging tot spel, is al evenmin van haar te verwachten, en zo zij dat tóch van zins was, waarom heeft zij het dan niet gedaan? WEYTS 1950, 103.

Dokter Verstichelen ... heeft wat moeilijkheden gehad met de Duitsers wegens het feit dat hij een werkonwillige zou hebben verstoken, maar bij gebrek aan bewijzen werd hij toch na een dag weer in vrijheid gesteld, WEYTS 1950, 217.

Opm.: In de standaardt. in deze bet. volledig veroud., behalve in de bijbelt.

< >