Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

verbeulemansen

betekenis & definitie

(Gevormd van de eigenn. Beulemans, oorspr. pers. die een Nederl.-Frans mengtaaltje sprak in een toneelstuk van 1910).

Steeds in pejoratieve zin; thans niet meer alg. bekend.

1. Tot een zgn. Beulemans maken of worden: door al of niet gedwongen verfransing zijn Vlaamse aard (doen) verliezen; soms bep.: verfransen.

Wij weigeren ... onze kinderen te laten „verbeulemansen”, d.w.z. ze een tweede taal te laten aanleren vooraleer ze hun eigen taal behoorlijk hebben leren spreken en schrijven, op gevaar af „Brusselaars” te kweken die een mengtaaltje brabbelen, dat noch Nederlands noch Frans is, De Tijd 13/6/1962.

Het is een wraakroepend schandaal, dat nog altijd tienduizenden Vlaamse kinderen op sluwe wijze gedwongen worden om naar Franstalige scholen te gaan, waar zij verbasterd worden tot tweederangsburgers, waar zij geestelijk versukkelen en kultureel verbeulemanst worden, Gazet v. Antw. 18/12/1962.

2. M. betr. t. taal, woorden: een min of meer verfranste vorm geven, verbasteren; (zijn taal) tot een Nederl.-Frans mengtaaltje maken.

Oude Zuidnederlandse namen worden de ene keer verbeulemanst een andere keer in overeenstemming met de traditie gespeld, Museum 64, 173 (1959).

Afl.: verbeulemansing, verfransing, verbastering (De grondige verbeuiemansing van het lager en middelbaar onderwijs in Vlaanderen, West-Vlaming 22/1/1930.

De grote massa der te Brussel gevestigde ... gewone Vlamingen zal nog minder dan vroeger aan de sociale druk weerstaan, aan de verbeulemansing ontsnappen, Links 10/12/1966, p. 1).

< >