Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

plan

betekenis & definitie

1. Plattegrond (van een stad e.d.); - (een huis) op plan kopen, op tekening kopen, in de put kopen (gall., naar fr. acheter sur plans); - iets in plan brengen, in tekening brengen.

Straatventers schreeuwen met heesche stem en steken u ansichtkaarten, plans van Brussel, Parijsche boulevardliedjes en lichte revues onder den neus, CLAES 1925, 84.

Je kan er voor alle mogelijke informatie terecht. Je kan er zomaar een boek inkijken of kopen, een brochure raadplegen of een doodgewone informatievraag stellen, gaande van een plan van Brussel over de vraag naar het bestaan van Islamietische godsdiensten, Vrouw en Wereld dec. 1977, p. 4.

2. In enkele verb.: zijn plan trekken, zich (weten te) redden, zich behelpen; ook: zijn zin doen, zijn eigen gang gaan; er iets op vinden enz.

Is dat nu een reden om thuis te blijven? Hij weet immers den sleutel liggen. Als hij dan toch bij ons wil wonen, moet hij zijn plan leren trekken, VERMEYEN 1947, 5.

Hier geldt dus als wachtwoord: Nest, let op uw zaak, leer uw plan te trekken en grote dingen met karige middelen te verwezenlijken, BONI 1948, 129.

Hij kan nog weg. En Suzanne? Zij kan haar plan trekken. Hij heeft met haar geen uitstaans. Hij zal naar «de Top» gaan. Hij moet een selfmade man worden, die één doel heeft: «de Top», DE COREL 1949, 76.

Sander wordt door Mak Jeroen ... gelast om het nodige te doen ten opzichte van de Dulle, die dood is, en die op kosten van de gemeente zal moeten begraven worden. ‘Trek er uw plan mee,’ zegt Mak. Hij wil er blijkbaar niets meer over horen, TEIRLINCK 1952, 2, 131.

Ik verdraag het nu al zo lang. Ik heb een dochter die nu bijna tien jaar wordt en ik wil verder mijn plan alleen trekken, PAUWELS 1971, 64.

Hij gaf geen rammeling, hij zei alleen maar dat het zo moeilijk was geweest om zijn plan te trekken, als de mensen hem vroegen ‘maar wij zien uw zoon u nooit eens komen bezoeken, hoe komt dat?’ En daar had hij dan een foefje moeten bij bedenken, dat ik te veel werk had en zo, BOON 1977, 168.

Die liefde voor het teater is niet geluwd. Een tijdlang heb ik er geen tijd voor gehad, maar nu mijn eigen kinderen reeds zelf hun plan eens kunnen trekken kan ik terug eens aan mijn oude liefde denken, Gentenaar 19/5/1977.

De kleuterleidsters moeten maar hun plan trekken met hun overvolle klasjes, Volksmacht 19/5/1978. Ook o.a.: PEETERS 1931, 28. BRULEZ 1950, 126. WEYTS 1950, 28. DURNEZ z.j. (± 1958), 124. VAN REMOORTERE 1965, 156. Vrouw en Wereld maart 1974, pag. 37. Rijk d. Vrouw 18/4/978, p. 25.

- (Iem., iets) in plan laten, in de steek laten, (iem.) laten zitten, (iets) laten rusten enz. (Gall., naar fr. laisser en plan).

Toen Pierre de volgende morgen in het salon van het Instituut kwam, liet lady Thompson de professoren met wie zij stond te praten in plan, en kwam hem tegemoet, BERKHOF 1962, 67.

Ik herinner me voor een bergrit ooit eens zo nerveus te zijn geweest dat ik op de eerste col mijn fiets in plan liet om een toeschouwer langs de weg een oorveeg te gaan geven. Gazet v. Antw. 21/7/1977.

Sam.: planafdruk, tekening (van een huis e.d.) (Planafdrukken en verdere inlichtingen te bekomen op de kantoren, Klokske 27/4/1978).

< >