Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

onkans

betekenis & definitie

Tegenslag, pech; tegenspoed.

Enkel tijdens het laatste kwartier van de ie helft had Teunckens onkans toen hij een voorzet van Daniels tegen de paal zag vliegen, Limburg 30/8/1976.

Ik zou nog gelukkiger zijn als ik ook een rit kon winnen ... . Hopelijk krijg ik weer niet met onkans af te rekenen, Nieuwsblad 11/6/1977.

< >