Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

motard

betekenis & definitie

Inz. in de sportt.: motoragent; ook meer alg., in toep. op iem. die een (wielerwedstrijd volgt op een motor: motorrijder.

Alle motards, deze van de televisie incluis, moeten minstens op 60 m. voor de renners uitrijden, Gentenaar 22/7/1977.

Dat Thévenet in de laatste kilometer van de beklimming aangezogen werd door motards en Kuiper moederziel alleen reed, Gazet v. Antw. 22/7/1977.

De UCI was van oordeel dat gemelde motard te dicht bij de achtervolgers reed, deze meenam in zijn zog en daardoor de wedstrijd vervalste, Gazet v. Antw. 28/8/1978.

Die motards waren er trouwens niet nodig ook, want Sven A. N. zat werkelijk op de knieën. Dat had ik op de Cauberg al gezien waar hij moest lossen, Gazet v. Antw. 17/4/1979.

< >